“He, ik heb net gisteren mijn Camper gewassen.”
zei ik niet echt vriendelijk. Ik had net de wagen aan
de andere kant van de parkeerplaats gezet, want een
manager had iemand de opdracht gegeven om met een blower
al het stof van het parkeerterrein te blazen. Het was
zes uur in de ochtend en dat wij daar stonden was gewoon
pech. Ik ben uit pure frustratie maar de Wall-Mart ingegaan
om daar een legale pispaal te vinden.
“Je gaat toch niet met dat teiltje de ruiten wassen,
wordt nou eens volwassen.” Maar ik kon het niet
laten. Ik was nog niet klaar met de voorruit of de kleine
Mexicaan kwam zijn verontschuldigingen aanbieden. “Sorry
it’s my job. Shall I clean your window sir.”
Ik had nu al spijt. Ik legde hem uit dat het geen punt
was en loog dat ik vanwege de veiligheid de ramen aan
het wassen was. “Sorry it’s my job.”
Plotseling kwamen allerlei beelden van de Film Greendale
weer naar boven waarin Neil Young op een mooie, rauwe
wijze de manieren van Corparete America aan de kaak
stelt. Hier stond het levende bewijs voor me. Iemand
die zijn best deed om een marginaal bestaan op te bouwen
in zijn nieuwe vaderland.
“Let’s save the earth for our childeren”,
had Neil Young gezongen en de Goverment en Corparete
America hadden er flink van langs gekregen. Een film
die je meezuigt en een zaal met “Old Softies”
zoals ik, die allemaal een Deja Vu hadden.
