column 34 Big Bears


“Was het een bruine of een zwarte Beer, die je gezien hebt.” Ik had twee voorbijgangers er net op gewezen dat er een beer aan de overkant van het grasveld liep. “Wij hebben 10 minuten geleden ook een bruine beer gezien, gisteren zaten we in de auto, toen er een zwarte beer overstak.” Ik vroeg wat je dan moest doen als je een zwarte beer tegenkomt. “Blijf in de wagen en zorg dat je geen voedsel bij je hebt. Ze zijn zo sterk en kwaadaardig, dat ze in staat zijn je hele portier uit je auto te rukken als ze voedsel ruiken.” Even later passeerden drie Franse toeristen ons en weer wees ik ze op de beer aan de overkant.” Oh, we hebben hier net om de hoek ook al een kleine bruine beer gezien.” We waren blijkbaar de enige die nog geen beer hadden gezien. We liepen tenslotte niet voor niets op Bear Mountain.
De avond ervoor hadden we in de wc’s allerlei instructies gelezen, wat je moest doen om een bezoek met de zwarte beer te vermijden. Je voedsel uit je wagen halen en in de metalen boxen plaatsen naast de kampeerplaats. Wij hadden net boodschappen gedaan en de hele koelkast vol gestopt. Te veel spullen die niet allemaal in de box pastten. Als iets heel koud is, geeft het ook geen geur af, had ik voor mezelf bedacht, maar helemaal zeker was ik niet.
”Als u een zwarte beer ontmoet, ga dan met een groepje bij elkaar staan en maak zoveel mogelijk lawaai met potten en pannen, ren niet weg en gooi kiezelsteentjes tegen de beer.”
Niet weg rennen, maar wel kiezelstenen naar hem gooien, je moet wel lef hebben als je zo beest tegenkomt.
We waren niet helemaal ontspannen toen we om 12.00 uur gingen slapen en toen we in de tent naast ons een uur later potten en pannen hoorden rinkelen, wisten we niet hoe snel we de zaklamp moesten pakken, na drie loze alarms, ‘s ochtends een beetje gebroken uit bed gekomen.