Ik miste op een halve meter het afvoerputje, toen ik
op het metrostation van Bleecker Street over mijn nek
ging. Twee Springbanks, een vette pizza en een St Thomas
Cocktail werden niet door mijn hele lichaam getolereerd.
Om 3 uur ‘s nacht waren de schoonmakers overal
bezig met het reinigen van alle perrons. Onze plek was
net een kwartier geleden gedaan.
De dag was in Baltimore al om 4.00 u begonnen, want
we hadden met Joop en Renee en hun kinderen Niek en
Sofie in een hotel, in het hart van Manhatten op 45ste
straat, afgesproken. Bijna waren we nog te laat gekomen,
omdat een hert om 5.00 uur ‘s ochtends plotseling
de New Jersey Turnpike overstak en een auto ramde, die
op zijn beurt weer een andere wagen raakte. In een fractie
van een seconde vlogen twee wagens op honderd meter
afstand zijdelings over de weg. Allebei verschillende
vangrails rakend. Een geluk voor ons dat er weinig verkeer
op de weg was en we er omheen konden rjden.
We bleken op tijd te zijn, maar toch te vroeg. De dames
hadden iets meer tijd nodig, iets met kleren en haren.
Zij waren in drie weken Florida bruiner geworden, dan
wij in 6 maanden USA, terwijl we toch vanaf 22 februari
in de zon hadden gelopen. Gezamenlijk liepen we naar
de Hudson Rivier om de groene Dame van de haven te bekijken.
‘s Avonds gingen we richting Greenwich Village
om na een pizza uiteindelijk weer terecht te komen in
de Blue Note Jazz Club. Alison Crockett, een nieuwe
diva van de Nuw Soul was de act van de avond. Na afloop
handtekening gevraagd, foto’s gemaakt en afgesproken
dat we ze in het najaar weer komen bezoeken in Paradiso.
Niet het hele concert kunnen genieten, omdat de St Thomas
Cocktail iets andere gedachten had over “blending
in”.
Het leek allemaal weer in orde toen we de Blue Note
verlieten, maar toen we om 1 uur’s nacht’s
de verkeerde metro namen en vervolgens 3 uur metro in
en uit gingen in verband met werkzaamheden aan de rails
en we wel heen, maar niet meer terug konden, raakte
ik een beetje van de leg in Bleeckerstreet Station.
De metrostations in Brooklyn in het hart van de nacht
voelen niet onveiliger aan dan de metro van Rotterdam.
Een weirdo in een militaire outfit met een soort sinterklaas
staf voerde een groep New Yorkse Nachtbrakers aan toen
we bij het eindstation allemaal de 4 moesten verlaten.
Na 3 uur overstappen van lijn A op de F, van F op de
J van J op de 6 en van 6 op de 4, was ik zelf in staat
een New Yorker uit te leggen, dat hij op dit tijdstip
van de dag op de 4 alleen kan overstappen op Broadway-Nassau,
vier stops verder. Toen we om tien over half 3 bij de
Staten Island Ferry aankwamen, bleek dat de eerste volgende
boot om half vier vertrok. New York, the city that never
sleeps, wat ook voor ons begon te gelden.