Met een gebonk op de FordVan werden we
middden in de nacht gewekt door twee politieagenten
en een fel zoeklicht was op ons gericht.
“Would you please step outside sir.”
We waren net van David en Deborah gekomen, een Amerikaans
echtpaar, die we ontmoet hadden in de Blue Note Jazzclub
in New York. Het was rond half twaalf ‘s avonds
toen we bij hun vandaan reden en hadden besloten om
te overnachten op een grote parkeerplaats bij de dichtsbijzijnde
Mall. Voordat we gingen slapen hebben we ons nog even
opgefrist bij het WaffleHouse,dat 24uur open is. Daarna
onze FordVan een beetje achteraf geparkeerd.
“Waar komen jullie vandaan en zijn jullie muzikanten.”
Ik vertelde hem dat we uit The Netherlands kwamen en
te vermoeid waren om door te rijden. “We zijn
geen muzikanten, maar onderwijzers en we hebben een
lange vakantie. “
“Ik zou dat keyboard niet op de stoel van bestuurder
neerzetten, want dat ziet eruit als een uitnodiging.”
Ik stond daar nog steeds in mijn T-shirt en op mijn
blote voeten een beetje te blauwbekken. Ik durfde me
niet echt veel te bewegen, uit angst dat het door de
agent als verdacht werd beschouwd. “Mag ik indentificatiepapieren
van jullie zien, “ en dit was het moment om mijn
gympies snel aan te trekken. Anita wist precies waar
haar paspoort lag, maar ik was vergeten waar ik die
van mij had neergelegd en dit was niet het moment om
rustig te gaan zoeken. Maar mijn rijbewijs was ook goed
genoeg.
Ruim 30% van de Amerikanen heeft niet eens een paspoort,
dus een rijbewijs is heel vaak het document waarmee
men zich indentificeert. Alles werd oke bevonden, “Ik
ben verantwoordelijk voor de veiligheid van deze sector
vandaar deze controle.” Mij stelde het wel gerust,
maar Anita had heel even het gevoel dat we een David
Crosby-moment aan het meemaken waren. Met een “Good
night and be carefull” reden de twee agenten weer
verder.