column 37 Highway Patrol


“Gaat u terug naar uw wagen en blijf in de wagen”. We waren net aangehouden door de Maine Highway Patrol in het plaatsje St Johnsbury. Om in St Johnsbury te komen moet je de heuvel afrijden en aan de voet van de berg staat het bord van 35 miles.
Ik dacht ik laat me goede bedoelingen zien en stap gelijk uit de auto om de agent te zeggen dat het ons speet wat we ook gedaan mochten hebben. Geen sprake van. “Get back in the Car.” Ik reed 48 en moest gelijk mijn rijbewijs en mijn verzekeringspapieren pakken. De Trooper ging terug naar zijn auto om de papieren te controleren, maar voordat hij dat deed draaide hij zich nog om:”And stay in the car.”
Het nakijken van de papieren duurde meer dan een kwartier. Ik zag hem zelfs nog telefoneren in zijn auto. De cursus “Hoe bekeur ik een buitenlander”, had hij waarschijnlijk nog niet gevolgd. Een tweede politiewagen kwam langs, ook met nadrukkelijk knipperende lichten en voorbijgangers begonnen al nieuwsgierig onze wagen te observeren. Ik dacht ik laat me niet intimideren, dus zette de autoradio luid genoeg aan om de voorbijgangers te laten genieten van de bluegrass van het countrystation.
”Je reed te hard en je rechter remlicht doet het niet, ik zou je daarvoor kunnen laten wegslepen.” Ik vertelde dat we al eerder een kapotte lamp hadden gehad en dat we sinds die tijd voor vertrek alle lichten controleren en dat ons licht het vanochtend nog deed. “Je krijgt een waarschuwingsbon deze keer.” Ik had van Richard, de advocaat uit Carmel, al gehoord dat buitenlanders niet zo snel een bekeuring kregen als Amerikanen.
Toen ik op de bon keek, zag ik dat op de plaats waar State stond, hij Germany had ingevuld. Ik vroeg me af of we vanwege deze vormfout bij een echte bekeuring, er niet onder uit hadden kunnen komen. Nu is ons rijbewijs wel ontworpen om buitenlandse agenten op een dwaalspoor te brengen. Naast mijn pasfoto staat; Burgemeester van Bernisse en bij mijn voornaam staat Josef Rotterdam, wat hij ook keurig op de bon had geschreven. Mijn humeur klaarde gelijk op toen ik door had, dat ik de Duitsers in St Johnsbury een slechte naam had bezorgd. Bij het wegrijden klonken de Soggy Bottom Boys uit de speakers met “I am a man of constant Sorrow”